Geschiedenis van de Apeldoornse Masterclass

Uit de herinnering van Annette Brattinga, oprichter van de Masterclass

In 1989 klopte ik bij de toenmalige schouwburgdirecteur Ilja Stants aan met mijn plan om masterclasses in zijn theater te organiseren. Heel blij en dankbaar en letterlijk met de Orpheussleutel in m’n hand verliet ik het gebouw. Het stille seizoen kon best een verfje gebruiken vond Ilja en de jonge musici zouden voor een kleurige en vrolijke noot zorgen in de toen nog cultureel saaie zomertijd.
Voor dit initiatief ontwierp mijn man Pieter Brattinga het briefpapier. Ter wille van het woordbeeld werd het daarom Internationale Stichting Masterclass Apeldoorn.

Mijn muzikantenvrienden zouden voor geanimeerde en leerzame lessen zorgen en mij in het bestuur bijstaan. Vriendinnen en kennissen hielpen met van alles en bereidden zelfs hapjes voor na afloop van de concerten. Annelies Gerritsen schreef vanaf het eerste concert de toelichtingen bij de programma’s en met de sterke foto’s van Ferry André de la Porte konden we ons uitstekend presenteren. Vanaf het begin waren verschillende Apeldoornse families bereid om de deur van hun logeerkamer voor de jonge solisten en ensembles open te zetten. Een zomerfeest in Apeldoorn zou het worden.

Zo werd in 1990 de stichting opgericht, met als voorzitter de toen alom gewaardeerde pianist Gérard van Blerk (1924-1997) die, behalve een fijnzinnig kunstenaar en een goede vriend, een uitstekend leraar aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag is geweest. Ook Colin Carr en Pascal Devoyon maakten deel uit van dat eerste bestuur. Zij vormden tot en met 1997 het artistieke fundament waarop ik kon bouwen.  De organisatie was mijn verantwoordelijkheid. In de volgende besturen, die vanaf 1998 echte werkbesturen werden, zouden de taken over alle schouders verdeeld worden.

Veel prille muzikanten overwonnen hun podiumvrees bij de aimabele Poolse pianist Jerzy Romaniuk, vooral Chopin klonk er het eerste jaar. Intermezzi van Brahms waren een volgend onderwerp, maar spoedig zou het repertoire worden uitgebreid. De gedreven en zeldzaam erudiete Amerikaanse pianist Jerome Lowenthal kwam met de Koreaanse violist Ik-Hwan Bae (1992) en met Colin Carr . In 1994 gaf Colin, die nog steeds eenzelfde magische werking op talentvolle en ambitieuze musici heeft, een cello-masterclass. Op het slotconcert speelden alle 16 cellisten tegelijk en een twaalftal van hen deed mee aan een AVRO-uitzending van Jonge Mensen op het Concertpodium. Christiaan Bor, Naum Grubert, Michael Müller en Bart Schneemann verzorgden in 1998 een klas.

Mijn ideaal begon aardig vorm te krijgen. Steeds meer jonge en vaak al zeer goede musici uit tal van landen vonden de weg naar gastvrij Apeldoorn, want de kwaliteit van de gastdocenten stond garant voor inspirerende lessen, mooie concerten en voor oneindig veel speelplezier. Ook was het voor hen bijzonder dat wij ieder jaar in de serie Paleisconcerten in de sfeervolle zaal van Paleis Het Loo konden optreden.
In het toenmalige van Reekummuseum, dat tegen de schouwburg aanleunde, richtten we in 1997 in samenwerking met de Nederlandse Vereniging voor vioolbouwers en het van Reekummuseum een spannende tentoonstelling in: ‘Klankideaal op een Voetstuk’. Daphne Hoogenberk werkte er met veel toewijding aan mee.

In de lunchpauzes mochten de cursisten de nieuwgebouwde instrumenten uit de vitrine nemen en bespelen.

In 1999 werd de masterclass voor het eerst gegeven door Pascal Devoyon, Philippe Graffin en Colin Carr samen. Ter gelegenheid van het tienjarig bestaan konden in 2000 studenten uit Kaapstad naar Apeldoorn uitgenodigd worden. De van Ewijckstichting en het studiefonds voor Zuid-Afrikaanse studenten hielp hen financieel. Opeens kwam ook het Amsterdamse Grachtenfestival binnen bereik, want het Zuid-Afrikahuis staat aan de Herengracht.

Graag wilde ik de buitenlandse studenten laten kennismaken met een van de meest bijzondere musea ter wereld, daarom vonden de concerten met eigentijdse muziek in het Rietveldpaviljoen, in de beeldenzaal en in de aula van het Kröller-Müller Museum plaats.

Met het verlenen van een compositie-opdracht aan de ‘tweede-prijs’- winnaar van hun compositiewedstrijd begon een geslaagde samenwerking met de Young Composers Meeting. Voortaan zou ieder jaar een nieuwe compositie door een of meerdere masterclassdeelnemers gedoopt worden.

Pim Romeijn bezorgde mij een gouden moment toen hij beloofde ons de weg te wijzen binnen het labyrint van de grote, kleinere of nieuwe fondsen en dat was, ondanks het feit dat we wel alle support, maar nooit een rekening kregen van Schouwburg Orpheus en ondanks het feit dat de Gemeentelijke subsidie flink groeide, beslist nodig.
Er kwamen meer gastdocenten, meer studenten en daarmee ook meer concerten. Er kwamen concerten met premičres van composities, concerten van ‘meester en leerling’, een serie met een rol voor een ‘verteller’. Dit idee ontstond in 1999 toen tijdens een extra concert Valérie Guillorit en Matthijs Verschoor ‘La voix humaine’ van Poulenc uitvoerden.

Er kwam ook meer publiek, een zo volledig mogelijk programmaboek, een welkomstdiner, een afscheidsparty, een kinderconcert en zelfs een kerstvakantieconcert.

Omdat het derde kind van Colin en Caroline in de nazomer van 2001 geboren zou worden heeft Raphael Wallfisch dat jaar in een heel plezierige samenwerking met Philippe Graffin, Pascal Devoyon en voor het eerst met Charles Neidich de masterclasses gegeven. Met Charlie kwam opeens een ander repertoire in beeld. Zo konden we in 2002 het Quatuor pour la Fin du Temps van Olivier Messiaen voor het openingsconcert programmeren.

Na een treurig ziekbed overleed in de zomer van 2004 Pieter Brattinga. Hij had mij geleerd en vooral voorgedaan dat binnen een organisatie alle onderdelen van hoogwaardige kwaliteit moesten zijn en hij hielp bij het bewaken ervan: “Je bent niet klaar met uitstekende artiesten en programma’s, ook de visuele kant moet goed zijn, de brieven, de teksten en de persberichten correct, het eten lekker, de bloemen mooi en al die andere duizend dingen goed”. Ook omdat zij dat gevoel voor kwaliteit van haar vader meegekregen had was ik zielsblij met de hulp die Anne mij toen bood.

In april van 2005 vonden de opnamen van de Messiaen/Hindemith-cd plaats. Met de vastlegging van de gloedvolle en indrukwekkende interpretaties door Charles Neidich, Philippe Graffin, Colin Carr en Pascal Devoyon, markeerden we het vijftienjarige bestaan van de masterclass.
In augustus 2005 kwam Ásdís Valdimarsdóttir voor het eerst naar Apeldoorn. Het was ook het jaar dat Anner Bijlsma een onnavolgbare middag over de Bachsuites verzorgde en dat het slotconcert van de masterclass in het historische Zendgebouw A van Radio Kootwijk plaats vond, waarbij het publiek ademloos luisterde en tegelijkertijd van de zonsondergang boven het natuurgebied genoot. Tijdens dat concert nam ik – als bestuurslid- afscheid van ‘mijn’ masterclass.

Nog een keer kan ik allen die de masterclass door de jaren heen geholpen hebben en vooral ook de vroegere- en huidige bestuursleden, Mimi Koppenol, Marijcke van Hasselt, Marita Bendien, Joostje van Donselaar, Elleke Kuiper, Tobia van den Berg, Gerhard Umbgrove, Paula de Graaf, Herman van de Vijver, Mart Sonneveld, Ruud Grootenboer en de huidige voorzitter Willem Schroeijers, bedanken. Het was en is veel werk voor een groep vrijwilligers. Zij vonden mij vaak eigenzinnig en lastig, maar van de masterclass-week in augustus genieten zij gelukkig nog steeds intens.

Annette Brattinga-Aeneae Venema
Sinds 2005 erelid van de Internationale Stichting Masterclass Apeldoorn